Waarom persoonsvolgende financiering verkeersslachtoffers kwetsbaarder maakt

Gepubliceerd op

In een context van persoonsvolgende financiering bevinden verkeersslachtoffers zich in een kwetsbare positie. Er bestaan talrijke diensten die elk zinvolle ondersteuning bieden, maar betrokkenen bij een verkeersongeval botsen op een versnipperd aanbod. Hoe vind je de juiste ondersteuning wanneer het je aan energie ontbreekt om op zoek te gaan? 

Bij het ijveren voor een goede opvang, zet Rondpunt ook in op het stimuleren van een warme doorverwijzing tussen sectoren. Net dat, samen met duidelijke informatieverstrekking, is zo belangrijk voor verkeersslachtoffers in een context van persoonsvolgende financiering. Waarom, lees je in dit artikel.

Het herhaaldelijk krijgen van correcte en duidelijke informatie via verschillende kanalen is essentieel om adequate ondersteuning te vinden en geïnformeerde keuzes te kunnen maken. Een naastbestaande, wiens zoon zwaargewond raakte in een ongeval, verwoordt het als volgt:

“Wat vooral nodig is, is één iemand die alles overkoepelend volgt. Dat is zo goed voor de naaste familie/ouders/partners, die alle energie kwijt geraken aan hun verdriet en spanning. Ik kan niet beginnen te vertellen wat ik allemaal heb moeten regelen, coördineren, in goede banen leiden, communiceren… In het heetst van de strijd was het een fulltime bezigheid hoor.”

Nu het mogelijk is dat de budgetten rechtstreeks naar de persoon met een beperking zelf gaan, is het eens zo essentieel om adequate ondersteuning te bieden, zodat men geïnformeerde keuzes kan maken. In 2019 publiceerde de Vereniging voor Personen met een Handicap (VFG) de resultaten van een longitudinaal belevingsonderzoek naar persoonsvolgende financiering (PVF). De focus lag hierbij vooral op de onderhandelingspositie van gebruikers en het belang van informatieverstrekking.

Beleving persoonsvolgende financiering

Uit de resultaten blijkt dat meer dan de helft van de bevraagde personen met een handicap een beperkte kennis rond PVF heeft. Vertegenwoordigers van personen met een handicap hebben een betere basiskennis. Het onderzoek toont aan dat sommige kwetsbare mensen moeite hebben om informatie te verzamelen. De afgenomen interviews brengen frustraties aan het licht over de complexiteit van PVF, het gebrek aan opvolging en de kwaliteit van informatie (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019). Eerder onderzoek van Demaerschalk en Hermans (2018) raakte reeds drempels en knelpunten van PVF aan, in het bijzonder voor kwetsbare groepen.

In dit artikel gaan we dieper in op enkele knelpunten van PVF en spiegelen we ze aan de situatie van betrokkenen bij een verkeersongeval. Daarna formuleren we enkele actiepunten die de aangehaalde drempels kunnen verlagen. Bovendien ontwikkelden we een modeldoorverwijzingsprotocol voor een warme doorverwijzing tussen sectoren.

Knelpunten

Aanvraagprocedure: vraagverheldering en ondersteuningsplan

Om een persoonsvolgend budget aan te vragen, moet je verschillende stappen doorlopen. De eerste stap is het in kaart brengen van je vraag. De tweede stap bestaat uit het invullen en indienen van het ondersteuningsplan. In een vraagverhelderingsproces sta je onder andere stil bij wat je sterktes en beperkingen zijn en bij welke activiteiten je al dan niet problemen ondervindt (VAPH, 2019). Deze vragen vereisen een zekere mate van zelfinzicht.

Een verkeersslachtoffer kan terecht erg trots zijn dat het na een lange revalidatie opnieuw lukt om een fles te dragen. Maar dat betekent niet dat er geen ondersteuning nodig zal zijn bij het doen van boodschappen, waar bijvoorbeeld zes flessen van de winkel naar huis gedragen moeten worden.

Revalidatiecentra hebben veel kennis over de mogelijkheden en beperkingen van revalidanten. Maar een aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget duurt (minstens) enkele maanden. Bij een verkeersslachtoffer wordt deze procedure niet meteen aangevat, omdat er door revalidatie een positieve groeimarge mogelijk is in de ernst van de letsels. Verkeersslachtoffers verblijven niet altijd maanden in een revalidatiecentrum, waardoor deze professionals niet altijd een rol kunnen spelen in de aanvraagprocedure.

Zowel in het vraagverhelderingsproces als bij het invullen van het ondersteuningsplan moet herhaaldelijk benoemd worden wat niet lukt. Dit is een essentieel onderdeel in de aanvraag naar een budget, maar dit is erg confronterend voor verkeersslachtoffers en hun omgeving. Daarnaast zijn voor verkeersslachtoffers en hun omgeving niet alle vragen in het ondersteuningsplan even duidelijk.

Revalidatiecentra hebben het gevoel dat ondersteuningsplannen die door de betrokkenen zelf ingevuld worden, vaker teruggestuurd worden ter correctie.

Daarom wordt er een beroep gedaan op hulp om het ondersteuningsplan in te dienen. Revalidatiecentra verwijzen gebruikers meestal door naar een dienst maatschappelijk werk van een mutualiteit. Er wordt nauw samengewerkt zodat het ondersteuningsplan zo snel mogelijk ingediend kan worden. Revalidatiecentra kennen de Diensten Ondersteuningsplan, maar ze hebben de ervaring dat deze trajecten erg lang duren, ook al is de hulpvraag duidelijk. Daarnaast geven ze aan dat zowel mutualiteiten als Diensten Ondersteuningsplan wachtlijsten hebben, naar schatting variërend van twee tot negen maanden. Cijfers tonen aan dat de meeste ondersteuningsplannen ingediend worden met hulp van de maatschappelijke dienst van een mutualiteit.

Tabel_Ingediende ondersteuningsplannen PVB_2018

Tabel: aantal ingediende ondersteuningsplannen PVB in 2018 (Bron: Jaarverslag 2018, VAPH)

Aanvraagprocedure: multidisciplinair verslag

De laatste stap in de aanvraagprocedure voor een persoonsvolgend budget is een multidisciplinair verslag (MDV) dat wordt opgesteld door een multidisciplinair team (MDT) op basis van een zorgzwaarte-inschaling. Via een zorgzwaarte-instrument (ZZI) wordt bepaald hoeveel hulp een persoon met een handicap nodig heeft in het dagelijks leven. De vragen gaan over de mogelijkheden van de persoon bij handelingen van het dagelijks leven zoals koken, eten, wassen of naar het toilet gaan. Of het kan gaan over vrijetijdsactiviteiten, verplaatsingen, vriendschappen, relaties, administratie, hulp bij medische aangelegenheden, … (VAPH, 2019).

Bovenstaande stappen tonen aan dat de toeleidingsprocedure naar een persoonsvolgend budget niet alleen confronterend is, maar ook erg lang, energievretend en complex, waardoor veelal kwetsbare personen sneller afhaken (Demaerschalk & Hermans, 2018). Na het correct doorlopen van de aanvraagprocedure ontvang je een brief waarin de volledige beslissing staat over je erkenning als persoon met een handicap, de toegewezen budgetcategorie en de prioriteitengroep (VAPH, 2019). Verkeersslachtoffers en hun omgeving geven aan dat de brieven van het VAPH onduidelijk zijn.

Het is erg verwarrend om in eerste instantie te lezen hoeveel je persoonsvolgend budget bedraagt, om meteen daarna te lezen dat er op dit moment geen budget ter beschikking is, of het maar een voorlopige beslissing is.

Tussenoplossingen

Doordat je niet meteen na je aanvraagprocedure een persoonsvolgend budget krijgt, is het belangrijk om te zoeken naar tussenoplossingen. Dat kan bijvoorbeeld door het inschakelen van reguliere diensten of het aanspreken van zorgaanbieders voor beperkte of kortdurende handicapspecifieke hulp, ook wel rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) genoemd. Meer dan de helft van de respondenten uit het onderzoek van VFG weet niet dat je zonder een persoonsvolgend budget een beroep kan doen op RTH.

Mensen die nog geen ondersteuning krijgen van het VAPH weten minder goed dat RTH bestaat, terwijl zij net de doelgroep van deze ondersteuningsvorm zijn (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019).

Naast de kennis van het aanbod en de eventuele wachtlijsten die daarin bestaan, speelt de financiële haalbaarheid van voorlopige oplossingen een rol. Er is een duidelijke link tussen handicap en armoede. Ze kunnen oorzaak en gevolg zijn van elkaar en leiden tot een vicieuze cirkel (Demaerschalk & Hermans, 2018).

Hulp in het zoeken naar tussenoplossingen is dus geen overbodige luxe. Diensten Ondersteuningsplan trachten samen met de persoon met een beperking en zijn omgeving te zoeken naar tussenoplossingen in een intensief traject. Ook revalidatiecentra geven aan dat zij helpen zoeken naar voorlopige oplossingen.

De rol van mantelzorgers

Autonomie voor personen met een beperking

Door de wachtlijst voor een persoonsvolgend budget, moeten personen met een handicap lang wachten op hun budget, terwijl er lege plaatsen in vergunde zorgaanbieders zijn. Dit is erg zwaar om dragen voor personen zelf en hun mantelzorgers. Revalidatiecentra kunnen helaas schrijnende voorbeelden aanhalen van gezinnen die vragen om het verkeersslachtoffer terug op te nemen, met de wens om via de NAH-procedure toegang te krijgen tot een voorziening.

Deze NAH-procedure toont aan dat het VAPH inspanningen doet om tegemoet te komen aan personen die een handicap oplopen door een onomkeerbare breuk in de levenslijn, bijvoorbeeld een verkeersongeval. Jammer genoeg is het aantal toekenningen via deze procedure gelimiteerd en zijn de vooropgestelde criteria voor interpretatie vatbaar.

Het is niet altijd duidelijk op basis van welke criteria gebruikers geweigerd worden. Via de NAH-procedure kan er enkel aanspraak gemaakt worden op voltijdse opvang bij een vergunde zorgaanbieder. Niet alleen druist dit in tegen de visie van persoonsvolgende financiering om personen met een handicap keuzevrijheid te geven, ook is het noodzakelijk dat er voldoende voorzieningen zijn die de juiste expertise hebben.

De laatste stap in de NAH-procedure is het invullen en indienen van een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget. Zo kan er na de tijdelijke directe financiering aanspraak gemaakt worden op een definitief persoonsvolgend budget en krijgt de persoon meer autonomie en eigen regie in het organiseren van de nodige ondersteuning.

Sommige gezinnen kiezen om het slachtoffer (tijdelijk) thuis op te vangen, mogelijk uit noodzaak. Ook de Gezinsbond geeft aan dat er veel druk ligt op gezinnen om de zorg op zich te nemen (Demaerschalk & Hermans, 2018). Hier schuilt echter het risico dat de mantelzorgers deze belasting moeilijk kunnen dragen. De Gezinsbond waarschuwt dat de draagkracht van mantelzorgers dikwijls al uitgeput is voordat de persoon met een handicap gebruik kan maken van professionele zorg. Uit het onderzoek van VFG blijkt dat 30% van de personen met een handicap hun informele ondersteuning willen omzetten naar betaalde, professionele hulp. Hier zijn verschillende redenen voor:

  • personen met een handicap willen graag mantelzorg vergoeden omdat ze dit waarderen;
  • ze willen de informele hulp niet nog meer te belasten;
  • ze dragen daarnaast autonomie hoog in het vaandel en willen niet alleen hun mantelzorgers minder belasten, maar ze willen ook minder afhankelijk zijn van hen (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019).

Administratieve belasting

Via een persoonsvolgend budget kan je ondersteuning krijgen vanuit verschillende ondersteuningsbronnen (volgens het concentrische cirkelmodel). Het vereist echter inspanning om deze verschillende ondersteuningsvormen op elkaar af te stemmen (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019). Het besteden van een persoonsvolgend budget brengt veel extra administratie en stress teweeg voor personen met een handicap en hun mantelzorgers (Demaerschalk & Hermans, 2018). Veel mantelzorgers vinden deze bijkomende zorgtaak belastend. Ze willen niet noodzakelijk hun volledige informele zorg vervangen door professionele ondersteuning. Wel benadrukken mantelzorgers dat ze redelijk zwaar belast zijn en hopen vooral ontlast te worden door aanvullende hulp. (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019).

Persoonsvolgende financiering is zo complex dat gebruikers informatie op maat wensen, gegeven door deskundige professionals.

Gebruikers verwachten continuïteit, een bekend gezicht en een belangbehartiger. In het verleden werd door onderzoekers reeds gepleit voor een onafhankelijke zorgtrajectbegeleidingsfunctie. Hier wordt geen nieuwe dienst mee bedoeld, maar de huidige gebruikersverenigingen en andere diensten zouden de mogelijkheid moeten krijgen om minstens de kwetsbare gebruikers langer te volgen en te begeleiden (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019). Voor alle personen met een beperking zou dit zeer waardevol zijn, maar voor kwetsbare groepen eens te meer.

Actiepunten

Gebruikersorganisaties als informatiepunt

Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes (2019) geven aan dat duidelijke informatie en een transparant aanbod essentieel zijn om mensen met een handicap te versterken.

Ook het VAPH is zich hier bewust van, bewijst het evaluatiemoment in 2019. Zij willen hun werking en dienstverlening blijven verbeteren door te informeren via de website, infosessies, nieuwsbrief, het E-loket mijnvaph.be … Daarnaast wil men transparantie bieden over de plaats op de wachtlijst en een inschatting van een wachttijd voor een persoonsvolgend budget. Recent hebben gebruikersorganisaties de opdracht gekregen om zich als informatiepunt te profileren. Zo kunnen zij, naast de  diensten maatschappelijk werk van de mutualiteiten en diensten ondersteuningsplan (DOP) mensen helpen om hun weg te vinden in het zorglandschap.

Informatiecampagnes blijven ook noodzakelijk voor mensen die niet bekend zijn met persoonsvolgende financiering, zodat zij hun rechten kennen en weten waar ze aan toe zijn. Er is een grote nood om hier verder in op te zetten.  (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019). 

Verkeersslachtoffers als kwetsbare groep

Voor kwetsbare groepen is laagdrempelige en toegankelijke informatie nog belangrijker. Zij kennen hun rechten veel minder, hebben minder kennis over het hulpaanbod of tegemoetkomingen en het ontbreekt hen aan energie om op zoek te gaan (Demaerschalk & Hermans, 2018). Betrokkenen bij een verkeersongeval zijn zonder twijfel een kwetsbare groep. 

De zoektocht naar ondersteuning is niet het enige waar verkeersslachtoffers en hun omgeving mee geconfronteerd worden. Zij krijgen naast het emotionele verwerkingsproces onder andere te maken met een administratieve rompslomp en een kluwen van juridische en/of verzekeringstechnische procedures.

Professionals kunnen een cruciale rol spelen in het overzichtelijker maken van het gefragmenteerde aanbod. Afstemming en samenwerking is daarom noodzakelijk (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019). Op dit moment zijn er grote verwachtingen van het nieuwe initiatief Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO), wat zou leiden tot  een betere samenwerking tussen OCMW, Dienst Maatschappelijk Werk van het ziekenfonds en CAW. Het GBO kan een sleutelrol opnemen in het informeren en doorverwijzen van  kwetsbare groepen (Van Puyenbroeck, Wilson, Van Den Eede, & Claes, 2019).

Rondpunt vzw wil dat alle professionals een rol opnemen in het duidelijk informeren en doorverwijzen van hun doelpubliek. Een goede samenwerking tussen verschillende diensten is essentieel in functie van een kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening. Er is nood aan continuïteit van zorg, zodat mensen niet door de mazen van het net vallen.

Het belang van continuïteit

Het verhaal van verkeersslachtoffer J. toont aan waarom continuïteit in de zorgsector zo belangrijk is. 

“J. week met zijn motor af van de baan en belandde in de berm, er was geen andere partij betrokken. Hij lag tien maanden in coma en twee en een half jaar in het ziekenhuis. Hij was in Luik opgenomen, daarna in Gasthuisberg en ten slotte heeft hij gerevalideerd in Pellenberg. De revalidatie duurde twee jaar omdat er nergens plaats was voor J. in een voorziening. Een dokter raadde dan aan om een rust- en verzorgingstehuis te zoeken waar hij kon verblijven. Dat was erg moeilijk voor mij als vader. J. heeft een niet-aangeboren hersenletsel en had voor het ongeval een normaal leven. Een rust- en verzorgingstehuis voelde niet aan als de juiste plaats voor hem.”

Continuïteit is pas mogelijk wanneer alle betrokken instanties en hulpverleners, intra- en extramuraal, elkaar kennen en op de hoogte zijn van elkaars expertise, werkwijze, verantwoordelijkheden en verwachtingen. Zo weten ze beter naar wie ze kunnen doorverwijzen en op welke manier de overdracht zo optimaal mogelijk kan verlopen. Hulpverleners geven aan dat dit bereikt kan worden door op lokaal niveau met de verschillende actoren in overleg te gaan om afspraken, good practices en knelpunten te bespreken.

Rondpunt vzw ontwikkelde daarom een modeldoorverwijzingsprotocol. Door het opstellen van een doorverwijzingsprotocol kunnen onderling gemaakte afspraken opgenomen worden in een overeenkomst, zodat een kader gecreëerd wordt om in de praktijk mee aan de slag te gaan. Download de nodige documenten onderaan de pagina.

Financiële middelen

Naast het goed informeren van gebruikers, blijft het voorzien van voldoende financiële middelen essentieel. Persoonsvolgende financiering tracht er voor te zorgen dat personen met een handicap meer autonomie en eigen regie in handen hebben.

Een besparingscontext en tekorten stroken niet met het geven van autonomie en keuzevrijheid aan personen met een handicap (Demaerschalk & Hermans, 2018).

Tijdens de tussentijdse evaluatie van Persoonsvolgende financiering voor meerderjarigen in juli 2019 erkent het VAPH dat verdere inspanningen nodig blijven. Er is 1,6 miljard euro bijkomend budget nodig om de wachtlijsten bij het Persoonsvolgend budget weg te werken. De nieuwe Vlaamse regering wil 270 miljoen bijkomend investeren tegen het einde van de legislatuur en hoopt dat door er administratieve vereenvoudigingen extra middelen vrijkomen. Op deze manier trachten zij de wachtlijsten terug te dringen (Bron: vrt) Helaas zal dit onvoldoende zijn om de wachtlijst rond persoonsvolgende financiering weg te werken.

Het voorzien van voldoende financiële middelen is niet alleen op Vlaams niveau noodzakelijk zodat onder andere de wachtlijst voor een persoonsvolgend budget afneemt, maar ook op federaal niveau. Rondpunt vzw wil hogere tegemoetkomingen, zodat deze de armoedegrens overstijgen. Persoonsvolgende financiering maakt een onderscheid tussen zorggebonden kosten en woon- en leefkosten.

Zorggebonden kosten mogen betaald worden met een  BOB of PVB. De woon- en leefkosten moet je met je eigen inkomen betalen.

Voor de invoering van persoonsvolgende financiering vervulde het VAPH een soort ‘OCMW’-functie door tussen te komen wanneer het inkomen van de persoon met een handicap te laag was om een ‘gewaarborgd persoonlijk inkomen’ of ‘zakgeld’ over te houden. Met de invoering van persoonsvolgende financiering valt dit weg, waardoor niet iedere gebruiker de woon- en leefkosten zal kunnen betalen (Demaerschalk & Hermans, 2018).

Er zijn reeds stappen in de goede richting gezet. Mede dankzij de inspanningen van Rondpunt vzw werkte voormalig staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Zuhal Demir, een voorstel uit dat de partner, met wie een persoon met een handicap samenwoont, meer mag verdienen vooraleer de integratietegemoetkoming wegvalt. Maar, verbetering is nog mogelijk. Om verkeersslachtoffers uit hun kwetsbare positie te halen in de PVF-structuur zijn laagdrempelige informatie, warme doorverwijzing tussen sectoren en financiële middelen cruciaal.

Bijlagen Modeldoorverwijzingsprotocol

Vragen over PVF?

Delen
Close

      Welkom! Onze website gebruikt cookies. Sommige cookies zijn noodzakelijk om de website goed te doen functioneren (en kan je dus helaas niet weigeren). Andere cookies gebruiken we voor analysedoeleinden en om je gebruikservaring te optimaliseren. Lees onze privacy- en cookieverklaring voor meer informatie.

          Deze cookies zijn noodzakelijk om de website te doen werken en kunnen niet worden uitgeschakeld.
          Deze cookies verhogen de gebruiksvriendelijkheid van een website door uw keuzes te herinneren (bv. taalvoorkeuren, regio, login).
          Deze cookies verzamelen gegevens over de performantie van een website zoals het aantal bezoekers of de tijd die bezoekers doorbrengen op een webpagina.
          Deze cookies kunnen door adverteerders op onze website worden ingesteld. Ze worden wellicht door die bedrijven gebruikt om een profiel van uw interesses samen te stellen en u relevante advertenties op andere websites te tonen. Ze slaan geen directe persoonlijke informatie op, maar ze zijn gebaseerd op unieke identificatoren van uw browser en internetapparaat. Als u deze cookies niet toestaat, zult u minder op u gerichte advertenties zien.